1. De loonkloof tussen vrouwen en mannen moet worden gedicht
Werk dat nu is ondergewaardeerd, zoals het werk van zorgmedewerkers, leraren en medewerkers van het openbaar vervoer, moet een eerlijke waardering krijgen. Dit vertaalt zich niet alleen in gepast loon maar ook in de arbeidsvoorwaarden.
Werk moet toegankelijk zijn voor iedereen, maar dat is nu nog niet het geval. Racisme, seksisme, validisme en andere vormen van onderdrukking moeten keihard worden bestreden. Ook moet werk eerlijker worden verdeeld en pakken we genderongelijkheid aan. Mensen met een (onzichtbare) beperking verdienen daarnaast een eerlijke kans op een duurzame baan en eerlijke betaling, gekeken wordt naar mogelijkheden en niet alleen naar moeilijkheden. Arbeidsmigranten verdienen daarnaast dezelfde rechten als Nederlandse werknemers.
We maken vóór 2025 een einde aan loon- en inkomensongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Bedrijven die mannen meer betalen dan vrouwen met dezelfde functie worden vervolgd.
Alle zorgmedewerkers, van verplegers in de medische zorg tot jeugdzorgmedewerkers, moeten eerlijker worden betaald. Ook het werk van mantelzorgers moet erkend worden en geherwaardeerd, wat zich uit in een eerlijke financiële waardering voor hun werk.
2. Vrouwen en mannen moeten allebei kunnen werken en zorgen
BIJ1 wil niet dat we werken om te overleven en vindt dat bestaanszekerheid, de zekerheid om goed te kunnen leven, voor iedereen de basis moet zijn. Daarnaast is ook huishoudelijk werk, mantelzorg en vrijwilligerswerk van grote waarde voor de maatschappij en dit verdient dan ook onze waardering.
We willen een eerlijkere verdeling van werk tussen mensen van verschillende genderidentiteiten. Dit doen we door mogelijkheden te bieden om betaald en onbetaald werk te herverdelen tussen partners.
We maken de kinderopvang gratis voor alle ouders.
Partnerverlof wordt gelijkgetrokken met het kraam- en bevallingsverlof. Voor alle ouders op verlof wordt er 100% inkomen doorbetaald.
We gaan strenger handhaven op de geldende regels voor het faciliteren van bijvoorbeeld kolven of bidden op de werkvloer.
Onbetaald werk dat nog vaak als ‘vrouwenwerk’ wordt gezien, zoals mantelzorg, huishoudelijk werk of zorg voor kinderen wordt betaald werk. Zo werken we aan genderrechtvaardigheid.
We werken aan toegankelijke werkplekken. Dit doen we door het recht op thuiswerk vast te leggen indien de aard van het werk dat toelaat. Ook komt er meer (onafhankelijke) ondersteuning op de werkvloer zodat mensen met een beperking beter naar eigen inzicht kunnen participeren.
De voorschool wordt gratis voor alle kinderen.
3. Vrouwen moeten kunnen rekenen op gezondheidszorg op maat
BIJ1 staat voor een zorg die toegankelijk is, ook voor neurodivergente en LHBTQI+ mensen. Racisme, seksisme en validisme zijn van invloed op de kwaliteit van de zorg en moeten koste wat kost worden bestreden.
Niet de witte cisgender man moet centraal staan bij medisch onderzoek. Er wordt meer geïnvesteerd in onderzoek naar ziektebeelden, geneesmiddelen en behandelmethoden bij mensen van kleur en vrouwen (van kleur).
Er komen trainingen om medewerkers in de zorg bewust te maken van hun (onbewuste) vooroordelen, houding en verwachtingspatronen en er worden protocollen ontwikkeld om racisme, seksisme en discriminatie op grond van seksuele geaardheid te bestrijden.
4. Onderwijs en beeldvorming moeten voor meisjes en jongens tot gelijke kansen leiden
Er komt ruimschoots en kwalitatief hoogstaande aandacht in het curriculum voor seksualiteit, consent en diversiteit op het gebied van gender en seksuele geaardheid.
Er komen trainingen om leraren bewust te maken van hun (onbewuste) vooroordelen, houding en verwachtingspatronen en er worden protocollen ontwikkeld om racisme, seksisme en discriminatie op grond van seksuele geaardheid te bestrijden.
Er komt een toezichthouder op diversiteit binnen de omroepen, die zowel kijkt naar representatie binnen de organisaties als diversiteit en inclusie in media-uitingen.
5. Evenveel vrouwen als mannen moeten besluitvormende posities kunnen bekleden
Er komt een representatief en inclusief wervingsbeleid voor besluitnemende functies binnen media- en cultuurfondsen, zodat besluitmakers binnen deze fondsen een betere afspiegeling van de samenleving vormen.
6. De overheid neemt een leidende rol op het gebied van gendergelijkheid
Er komt een Ministerie van Gelijkwaardigheid dat zich actief bezighoudt met de bestrijding van racisme en andere vormen van ongelijkwaardigheid.
We houden discriminerende bedrijven strafrechtelijk verantwoordelijk en versterken de instrumenten van de Inspectie SZW. Zij gaat strenger ingrijpen op overtredingen van het arbeidsrecht en op arbeidsmarktdiscriminatie. We zetten in op namen-en-shamen, hoge boetes en het stopzetten van subsidies en samenwerking met overheden.
Het Diversity Rating System, DRS, wordt operationeel gemaakt door het Sociaal en Cultureel Planbureau en we starten een proef in grote gemeenten. De overheid hanteert het Diversity Rating System ook voor bedrijven en organisaties waarmee het zaken doet.
7. Gendergerelateerd geweld moet voorkomen en bestreden worden
We ontwikkelen een integrale aanpak tegen gendergerelateerd geweld. Dit betekent dat er meer onderzoek komt naar de rol die gender speelt in geweldsdelicten en welke vormen van onderwijs, opvoeding en voorlichting dit zouden kunnen verbeteren.
Er wordt actief gewerkt aan het verhogen van de aangiftebereidheid van slachtoffers van gendergerelateerd geweld.
De verkrachtingswetgeving wordt aangepast met onze definitie van consent als uitgangspunt.
Er wordt structureel meer geïnvesteerd in de verschillende vrouwenopvangcentra en de hulpverlening voor slachtoffers van gendergerelateerd geweld.
Geweldsincidenten gebaseerd op gender-identiteit, gender-expressie en seksualiteit worden centraal geregistreerd.
8. Vrouwen kunnen rekenen op seksuele en reproductieve rechten en gezondheid
Geweldsincidenten gebaseerd op gender-identiteit, gender-expressie en seksualiteit worden centraal geregistreerd.
Het taboe rondom abortus wordt actief bestreden: abortus wordt uit het Wetboek van Strafrecht gehaald. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaat een campagne starten om abortus bespreekbaar te maken.
De overheid stopt met het subsidiëren van organisaties die geen onafhankelijke hulp bieden aan ongewenst zwangere personen.
De bedenktijd van 5 dagen voor een abortus wordt afgeschaft.
Ervaringsdeskundigen worden actief betrokken bij het ontwikkelen van beleid rond abortuszorg.
Abortuszorg gaat onder de reguliere zorg vallen; er komen abortusafdelingen in verloskundigenpraktijken en andere medische centra. Zowel verloskundigen als de huisarts moeten de abortuspil kunnen voorschrijven en werken hierin actief samen met abortusartsen.
Klik hier voor het volledige verkiezingsprogramma van BIJ1.
Wij maken op onze website gebruik van cookies. Een cookie is een klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op de harddisk van uw computer wordt opgeslagen. De daarin opgeslagen informatie kan bij een volgend bezoek weer naar onze servers teruggestuurd worden. Lees meer